Patrick Sercu overleden

07/05/2019

Patrick Sercu is vrijdagnamiddag op 74-jarige leeftijd overleden, zo maakte zijn zoon Christophe Sercu bekend. Patrick is een icoon van de Belgische wielersport en van de Gentse zesdaagse in het bijzonder. Met elf zeges is hij recordhouder. Hij was ook jarenlang wedstrijdleider in ’t Kuipke.

Wie zesdaagse zegt, zegt Patrick Sercu. Wie Patrick Sercu zegt, zegt zesdaagse. Vervang het woord zesdaagse door piste en Sercu past er opnieuw bij. Maar ook de Giro en de Ronde van Frankrijk waren een succesrijk jachtterrein voor de grootste baanrenner van de twintigste eeuw en de renner die 1206 koersen won, waarvan ook 168 op de weg.

De koersgenen had Patrick al mee, want hij kwam op 27 juni 1944 ter wereld als zoon van Albert of “Berten” Sercu, die geen onverdienstelijk wielrenner was, zowel op de piste als op de weg. In zijn door Rik Vanwalleghem geschreven biografie zegt de Izegemnaar in de jeugdcategorieën haast geen wedstrijd te hebben verloren.

De grote poort ging open tijdens het Belgisch Kampioenschap sprint op de wielerbaan van Rocourt, waar Sercu in 1961 en 1962 respectievelijk tweede en eerste bij de amateurs (nu “beloften”) werd. Helemaal wijd open stond de poort een jaar later in datzelfde Rocourt toen de Belg wereldkampioen snelheid werd.

Sercu is één van de weinige Belgische wielrenners die olympisch goud pakten. In Tokio won hij in 1964 op de baan de kilometer met vliegende start. Daarna behaalde hij in dezelfde discipline nog twee keer goud (1967 en 1969) en twee keer zilver (1965 en 1968) tijdens de WK’s voor profs. Zijn entree in die categorie maakte hij in de Solo-Superiaploeg van Rik Van Looy, die er de jonge Eddy Merckx op zijn zachtst gezegd het leven niet gemakkelijk maakte.

Met Merckx won hij in 1965 zijn eerste zesdaagse, nota bene in het Kuipke van Gent, dat als het ware zijn privésportpaleis werd en waar hij met elf zeges recordhouder is. Sercu en Merckx reden uiteindelijk 27 zesdaagsen, waarvan ze er vijftien wonnen. Sercu vormde 21 keer een koppel met de Nederlander Peter Post, wat goed was voor veertien zegetuilen.

In totaal betwistte de West-Vlaming 223 profzesdaagses, met 57 verschillende ploegmaats. Hij won 88 keer, een record. De Australiër Danny Clark staat tweede in de lijst met 73 stuks.

De vader van wielermanager Christope Sercu reeg als amateur en prof wereldrecords op de baan aaneen. Opvallende overwinningen op de weg kwamen er tussen 1970 en 1977 toen hij achtereenvolgens voor het Italiaanse Dreher en Brooklyn, en (samen met Merckx) voor Fiat France reed. Op de weg eindigde hij 287 keer bij de eerste vijf.

In 1970 viel Sercu een etappezege in de Giro te beurt, de eerste van in totaal dertien. In de Tour zegevierde de rassprinter zes keer: drie keer in 1974 en evenzoveel drie jaar later. En enige panache ontbrak daarbij niet. Reeds op dertigjarige leeftijd gekomen, maakte Sercu in 1974 zijn Tourdebuut nadat Brooklyn hem op zijn aandringen voor “La Grande Boucle” had ingeschreven.

In de derde etappe was het al raak, de vierde en de achtste volgden. Dankzij die vroege zeges pakte Sercu snel veel punten voor de groene trui. Een vierde plaats in de rit van Dieppe naar Harelbeke leverde hem zelfs een halve dag de gele trui op.

Tijdens de slotrit, toen de Tour voor het laatst op de piste van het Parijse Vincennes eindigde, diende hij door een spurtincident met Gustaaf Van Roosbroeck zijn zege aan Merckx af te staan en kwam hij op plaats nummer drie terecht. Dat was wel voldoende om de “Kannibaal”, die zijn laatste Tour won, net van het groen af te houden.

Drie jaar later zette Sercu in de Tourrit van Roubaix naar Charleroi een prestatie neer waarvoor hijzelf geen verklaring heeft. Van de 190 km reed hij er 176 in de aanval, om met meer dan zes minuten te zegevieren en een premie van ongeveer 2.500 euro te incasseren bij een tussensprint aan het Beursgebouw te Brussel, waar speciaal maar nutteloos een camera voor fotofinish was geplaatst.

De laatste overwinning op de weg was het criterium van Mortsel in 1982. Een jaar later won hij nog de zesdaagses van Kopenhagen en Rotterdam, en was Sercu met Etienne De Wilde tweede in de zesdaagse van Antwerpen, de voorlaatste die hij betwistte. De laatste was Milaan, waar hij met Moreno Argentin ook weer zilver behaalde.

Sercu bleef daarna in het zesdaagsecircuit als directeur of (medeorganisator), uiteraard ook in het Kuipke, en/of vurig propagandist van het baanwielrennen. Hij zorgde achter de schermen ervoor dat zesdaagsen uitgroeiden tot een totaalspektakel.

Patrick Sercu zou in juni 75 jaar worden. De uitvaart zal plaatsvinden in beperkte kring.